Vanochtend deden we het rustig aan, de nacht was te warm en drukkend om goed te slapen. Na het ontbijt namen we de trein naar Casco Viejo, het oude centrum. Daar wandelden we opnieuw door de oude straten, die nu meer op een bedrijventerrein leken door alle bestelwagens die kwamen leveren aan de kleine winkeltjes. We aten een tweede ontbijt bij Starburcks en wandelden naar een uitzichtpunt bovenaan de stad. Wat een mooie stad, ook van hierboven.
Na de lunch wandelden we naar de rivier waar Ferre en papa het Guggenheim museum bezochten. Ferre twijfelde eerst of hij zou meegaan, maar uiteindelijk was hij toch blij met zijn keuze. Twee van de drie verdiepingen waren echt wel de moeite, met kunst van Jef Koons, Andy Warhol, Rothko en een speciale tentoonstelling van Yashimoto Nara. En ook het gebouw van de hand van Frank Gehry is indrukwekkend, van de binnenkant én van de buitenkant.
Na het museum aten we nog een ijsje bij Amorino en namen de trein terug naar de camperplaats. We reden alvast honderd kilometer richting België, tot net achter San Sebastian. We staan hier op een verouderde/verloederde camping in Irún, maar het sanitair is gelukkig proper en het is hier niet te warm om te slapen.
Morgen begint de grote terugtocht naar Dilsen, tegen maandag hopen we thuis te zijn. Het volgende weekend is al volgepland met een verblijf in Camperpark Westende. Dus we hebben net tijd om de was te doen en de camper te poetsen.