Zomer 25 – 15

21 graden, winderig en zonnig.

Vanochtend was 2/3 van het gezin vroeg op, het ander 1/3 had meer moeite met opstaan. We sliepen rustig op de camperplaats in Wissant en maakten na het ontbijt kennis met de Nederlandse en Belgische buren. Een koppel uit Eindhoven en een koppel uit Antwerpen.

Na de gewoonlijke opruim reden we naar Audresselles, camping Les Ajoncs. Dit dorpje heeft iets meer dan 600 inwoners en de camping ligt op enkele 100-den meters van het strand. Het is een zeer mooie en verzorgde camping, met bovendien een vriendelijk onthaal.

Na aankomst reden mama en papa naar de supermarkt voor eten&drinken, nauwelijks een kilometer van onze plek. Na de lunch wandelden we over het strand naar het volgende dorpje waar we iets drinken op de dijk. Onderweg hadden we op het kiezelstrand een hoop stenen verzameld en gespleten, op zoek naar fossielen. Zelf zagen we er niet dadelijk fossielen in, maar volgens de app die Ferre op zijn smartphone had gezet waren het toch wel degelijk fossielen in de stenen.

Als avondeten staken we de bbq aan waarop onder andere witte worsten gebakken werden. Althans, dat dachten we. Het bleken worsten te zijn met stukjes ingewanden van varkens. Het klinkt vies, het zag er vies uit en het smaakte even vies als het klonk en uitzag. Yuck!Gelukkig hadden we nog enkele kleine stukjes kip, dus we kregen toch de nodige proteïnen binnen.

De avond besloten we zoals gewoonlijk met een heerlijke douche en een spelletje Skipbo.

Zomer 25 – 14

21 graden, bewolkt en veel wind.

Vanmorgen startten we weer traag, want het is en blijft vakantie hè. Na het ontbijt stepten/fietsten we naar het centrum van Calais. Daar vonden we niet veel bijzonders. Een half leegstaand winkelcentrum, een gesloten kerk en nog meer afgesloten straten. Altijd amusant als je moet fietsen in een onbekende stad.

Als lunch maakten we canneloni in de Omnia pan en daarna reden we richting het zuiden met bestemming Cap Blanc Nez. Helaas stonden alle campings daar vol dus reden we door naar Wissant. Onderweg werden we tegengehouden door de Franse collega’s van Jürgen. Ze maakten me er attent op dat oortjes in Frankrijk ook verboden zijn voor hardhorige vijftigers die de instructies van de gps niet horen. Na een alcoholtest (met mijn rood verbrande neus zag ik er verdacht uit) mochten we onbeboet doorrijden.

In Wissant probeerden we eerst op de camping te geraken, maar ook die was “complet”. Dus na alweer een gevecht met een ander type check-in-zuil reden we de Aire de camping car op. Hoe geraken mensen die nóg ouder en digibeet zijn op deze camperplaatsen??

We wandelden langs het strand naar Cap Blanc Nez met hevige wind in de rug. Op de terugweg merkten dat het water nog hoger stond waardoor het strand helemaal blank stond. Dus klommen we over rotsen en over het terras van een vakantiehuisje terug naar onze vertrekplaats in Wissant. Daar aangekomen dronken we iets lekkers in de plaatselijke strandbar waarna we verder (en goedkoper) aperitiefden aan de camper 😁.

De manier waarop we aan vers water geraakten om te douchen … dat verhaal is te lang … maar weet dat ik er een natte broek en natte schoenen aan overhield.

Papa bakte pannenkoeken voor Ferre en mama en papa aten als diner een baguette met beleg.

Morgen rijden we iets verder richting zuiden. Onze missie: fossielen vinden, niet enkel zoeken 😁.

Zomer 25 – 13

26 graden en zonnig gestart, in Calais 24 graden met bewolking en veel wind.

Vanochtend konden we weer lekker traag starten. De nacht was gestart met feestelijk knallend vuurwerk maar verliep voor de rest heerlijk rustig (lees: papa heeft de hele nacht geslapen). Als ontbijt aten we baguette en croissants van de camping waarna mama en papa nog even naar de Carrefour wandelden voor extra drank en koekjes.

Toen mama en papa terug waren van de winkel, was onze puber toch ook bijna klaar met zijn ontbijt. Dus maakten we de camper klaar voor vertrek en reden naar Saint-Quentin, een stadje dat op een 80-tal kilometer richting opaalkust ligt.

Daar aangekomen waren er geen vrije plaatsen op de camperplaats, dus aten we even aan de poort terwijl we een ander plekje zochten. Tijdens het eten kwam een vriendelijke (en tandeloze) Fransman zeggen dat we zijn plekje mochten hebben over een half uurtje. Hoe attent! Iets daarna sprak papa nog een Duits koppel aan wiens puberende kleindochter het maar niets vond daar, dus we kregen hun ticket voor de komende 24 uur. Hoe attent x2!

Puberende dochters kunnen veel wijsheid herbergen … er was geen hol te beleven in Saint-Quentin! Mooie stad met een indrukwekkende basiliek, maar op de nationale feestdag is ongeveer alles gesloten daar. Dus na een korte wandeling door de stad, aten we een ijsje bij een van de zeldzame plekjes die open waren: McDonalds 😁. Wel lekker, eerlijk gezegd.

Rond half vier hadden we het daar wel gezien, dus besloten we verder te rijden naar Calais. Een tweetal uurtjes later arriveerden we aan de enorme camperplaats in Calais waar we na een kort gevecht met de check-in-zuil binnen konden rijden.

Calais heeft in ons hoofd altijd een negatieve connotatie gehad (vluchtelingenproblematiek) maar wat een verrassing waren de dijk en het strand van dit stadje. Modern, gezellig en drukbezocht.

We kuierden over de dijk, aten een lekkere pannenkoek/churros uit het vuistje (terwijl zeemeeuwen over onze hoofden zweefden) en genoten van de uitgelaten sfeer.

Terug aan de camper dronken we een aperitiefje en papa maakte tortellini met groene pesto klaar als avondeten. Rond 21u hadden mama en Ferre de afwas gedaan en werd er nog lekker gedoucht in de camper.

Morgen verkennen we Calais nog even en rijden dan langs de opaalkust richting het zuiden.