Deze vrijdag begon al met de nodige pech. Ik fietste ’s ochtends naar de Spar voor Croissants, een ritje van 500 meter. Toen ik terug reed, bleek de vlotbrug open te staan en defect te zijn. De weg naar de camper was dus versperd. Ik praatte met enkele dorpelingen die ook aan de brug stonden, en ja, ik moest naar het volgende dorp fietsen. 8u30, 33 graden buiten en op nuchtere maag. Leuke manier om wakker te worden.
Na 6 kilometer fietsen in de vroege hitte en met de nodige wind op kop, kwam ik aan bij de camper waar de ontbijttafel klaarstond. We aten de croissantjes op en vertrokken richting Belgische kust, om het andere stuk van de familie te verrassen.
Na een rit van 370 kilometer over drukke wegen en langs grote steden, kwamen we aan in Vosseslag. We haalden een frietje bij Het Voske en vertrokken na het avondeten naar de camperplaats in Gistel omdat je aan de Belgische kust geen plaats vindt om te overnachten (en je er niet ‘vrij’ mag staan).
Gelukkig was in Gistel nog plaats en na een regenbui en een spelletje Skip-Bo vielen we in een diepe slaap. Zonder Ferre want die was bij oma en opa in het huisje blijven slapen.