Vandaag was onze laatste dag in Wenen. We waren weer op tijd op, aten onze verse pistoleekes en vertrokken met de metro naar het techniekmuseum van Wenen. Het techniekmuseum telt 5 verdiepingen en is volledig gewijd aan techniek door de jaren heen. Zo kan je er een volledige stoomlocomotief zien, een vliegtuig, een satelliet maar ook de Commodore 64, de Discman en Olivetti typmachines. Terwijl het buiten lekker fris was (20 – 22°C en zonnig, echt heerlijk weer) was het in het museum nog erg warm, wat wel een nadeel was. Ferre vloog van de ene opstelling naar de andere en ineens knorden onze magen en bleken we al meer dan 3 uur in het museum te zijn.
We aten een broodje in het park en namen de metro naar de winkelstraten van Wenen. Ferre at zich wat scampi’s uit het vuistje aan een eetstandje en we kuierden rustig door de brede en lange winkelstraat. Deze keer met gewone winkels, niet enkel dure. Daarna zochten we nog een terrasje aan de Stephansdom op waar ik toch een Duveltje gevonden heb 😀
Ons bezoek aan Wenen samengevat:
- Wenen is prachtig, de gebouwen zijn allemaal even indrukwekkend en verzorgd. De parken zijn mooi onderhouden.
- Wenen is druk, met 1.8 miljoen inwoners en ik denk evenveel toeristen die door de straten, parken en metro wandelen/lopen/taffelen.
- Wenen is vermoeiend, vooral door de drukte die overal heerst en het overaanbod aan bezienswaardigheden.
- Wenen is duur. Als je alle bezienswaardigheden wil bezoeken, ben je snel 200 EURO per dag kwijt aan inkomgelden. Eten en drinken is erg duur aan de toeristische trekpleisters, daarbuiten valt het wel mee (4 EURO voor de Duvel is niet te gek, aan de Belgische kust kost het meer denk ik).
Wenen is zeker een aanrader en sommige dingen moet je gewoon eens gezien hebben, maar breng voldoende geld en een goed paar schoenen mee…
Morgen rijden we naar de Wilder Kaiser, een skigebied met Erlebniswelten voor de kinderen. De camping vind je hier.